Het Tilburgse bedrijf Janssen-Cilag is door de Europese Commissie beboet voor 10,8 miljoen euro. 17 maanden lang betaalde Janssen-Cilag het farmaciebedrijf Sandoz uit Almere om een veel goedkoper pijnbestrijdingsmiddel van de markt te houden om op die manier meer winst te kunnen maken. Dat heeft de Europese Commissie bekendgemaakt.
Janssen-Cilag is een dochteronderneming van het Amerikaanse Johnson&Johnson (J&J). Ze heeft volgens Eurocommissaris van mededinging Joaquin Almunia concurrent Sandoz in 2005 betaald om het goedkopere middel uit de markt te houden.
Hogere winst
Bij het medicijn ging het om een goedkopere versie van de pijnstiller fentanyl, die vooral aan kankerpatiënten wordt toegediend. In 2005 wilde Sandoz een eigen versie van J&J's fentanyl op de markt brengen, maar Janssen-Cilag haalde de concurrent over dat niet te doen. In ruil kreeg Sandoz maandelijkse betalingen die hoger lagen dan de verwachte winst op de verkoop van het alternatieve fentanyl, aldus de Europese Commissie.
Met hun afspraken schonden de bedrijven Europese regels. J&J moet bijna 10,8 miljoen betalen, Novartis (moederbedrijf Sandoz) bijna 5,5 miljoen.
'Een deel van de koek'
Janssen-Cilag ontkent dat ze de introductie van de nieuwe pijnstiller heeft vertraagd. Ze zegt dat ze betaalde voor co-promotie, omdat ze in die periode samen een nieuwe fentanylpleister onder de aandacht van apothekers brachten. De Eurocommissaris gelooft dat niet. Hij zegt over interne documenten te beschikken waarin Sandoz 'een deel van de koek' wordt beloofd. Zo valt woensdag te lezen in het AD.
Bron: www.omroepbrabant.nl